De meeste honden zijn behoorlijke robuuste wezens die wel tegen wat kouder weer kunnen. Soms echter, wordt het ook voor honden te koud, waardoor hun lichaamstemperatuur kan dalen tot gevaarlijk lage temperaturen.
Bij koud weer is het van groot belang om kleine honden, honden met een korte vacht, en honden met weinig vet zoals windhonden goed in de gaten te houden.
Ook grote, harige honden kunnen echter onderkoeld raken. Zo kunnen ze bijvoorbeeld door het ijs zakken, of te lang in koud weer buiten lopen.
In dit artikel kan je lezen hoe je onderkoeling (of hypothermie) bij een hond kan herkennen, en wat je moet doen om ervoor te zorgen dat de lichaamstemperatuur van je hond zo snel mogelijk weer normaal is.
Wanneer is een hond onderkoeld?
De normale temperatuur van een hond ligt tussen 37°C en 38°C. Koud weer, wind of water kan de lichaamstemperatuur van je hond gevaarlijk laag laten dalen.
Bij een temperatuur van 37.7˚C to 37.0˚C wordt gesproken van milde hypothermie of milde onderkoeling. Bij een lichaamstemperatuur van 37.0˚C gog 35.8˚C is er sprake van een matige onderkoeling. Wanneer de temperatuur van je hond onder 35.8˚C zakt, ontstaat er ernstige onderkoeling. Bij een temperatuur onder de 33.6 ˚C is de situatie kritiek.
Lees hier hoe je de temperatuur van je hond op kan meten
Wat zijn de symptomen van onderkoeling bij honden?
Een onderkoelde hond zal verschillende symptomen vertonen. Afhankelijk van de mate van onderkoeling kunnen de symptomen mild zijn of zeer ernstig. Een ernstig onderkoelde hond kan hieraan overlijden.
Bij een milde onderkoeling, zal de hond gaan bibberen, de slijmvliezen worden bleker en ook de huid is minder goed doorbloed.
Wanneer de temperatuur nog verder daalt, en de hond matig onderkoeld is, zal de hond slomer worden. De ademhaling wordt langzaam en ondiep. Ook kan je hond een lage bloeddruk krijgen.
Als de lichaamstemperatuur van je hond gevaarlijk ver omlaag zakt, zal de hartslag zeer zwak worden. De hond krijgt moeite met ademen, de pupillen verwijden. Je hond kan in een coma raken.
Wanneer je geen thermometer bij de hand hebt, kan je aan de oren en poten van je hond voelen. Als deze kouder zijn dan normaal, is je hond mogelijk onderkoeld. Bij onderkoeling is dit echter moeilijker te voelen dan wanneer je hond koorts heeft.
Let daarom goed op symptomen van onderkoeling, en wees voorzichtig met lange wandelingen in koud weer.
Waardoor raakt een hond onderkoeld?
Honden, kunnen net als mensen op allerlei manieren onderkoeld raken. De meest voorkomende is natuurlijk door te lang blootgesteld te worden aan lage temperaturen.
Zo kan je beter niet te lang buiten wandelen met je hond als het vriest buiten, of als het hard waait bij een lage temperatuur. Veel grote honden met een dubbele vacht kunnen dit behoorlijk goed verdragen, maar honden met weinig vet en een dunne vacht, of kleine hondjes, kunnen snel onderkoeld raken.
Sommige honden vinden het leuk om op ijs te lopen, maar dit is iets dat je moet proberen te voorkomen. Een van de veel voorkomende oorzaken van onderkoeling is namelijk te lang in koud water doorbrengen. Veel honden raken onderkoeld als ze door het ijs zakken.
Maar ook bij honden die gek zijn op water, moet je in de winter voorzichtig zijn. Ook een Labrador kent zijn limieten, en enthousiaste honden blijven vaak toch balletjes ophalen uit het water, ondanks de kou. Ga er dus niet vanuit dat je hond dit zelf goed aan kan voelen, maar bescherm hem tegen onderkoeling door voorzichtig te zijn bij koud weer.
Als laatste kan een hond onderkoeld raken tijdens of na een operatie. Tijdens de narcose gebeuren er allerlei dingen in het hondenlichaam die ervoor zorgen dat de temperatuur flink kan dalen. Tijdens, en na de operatie moet de hond dus goed opgewarmd blijven.
Onderkoeling kan echter ook het resultaat zijn van een ziekte of van shock door een ongeluk.
Lees hier alles over narcose bij je hond.
Wanneer is het te koud voor een hond?
Wanneer het te koud is voor je hond buiten, is afhankelijk van de hond. Factoren zoals grootte, vachttype en het ras zijn allemaal van invloed op hoe goed je hond tegen de kou kan.
Een hele handige tabel die je voor het bepalen hiervan kan gebruiken, is die van PetPlan.
Onthoud bij deze grafiek, dat niet alleen de grootte, maar ook de vachtsoort van invloed is. Een dwergpincher bijvoorbeeld zal het veel sneller koud hebben dan een sheltie. En een windhond heeft het veel sneller koud dan een husky.
Voor sommige hondenrassen is het van belang extra goed op te letten bij koud weer. Een warme jas is voor deze honden dan geen overbodige luxe. Let extra goed op je hond als de temperaturen buiten rond het vriespunt dalen.
Houd ook de extemiteiten van je hond, dus de oren, neus en tenen goed in de gaten. Deze kunnen zo koud worden dat ze bevriezen. In het ergste geval kan dit ertoe leiden dat de tenen van je hond afsterven en geamputeerd moeten worden.
Zeker voor honden die veel in de sneeuw of op ijs moeten lopen is dit een risico. Deze schoentjes van Trixie kunnen de poten van je hond helpen beschermen tegen de vrieskou als ze veel op ijs of gezouten wegen moeten lopen.
Wat moet je doen als je hond onderkoeld is?
Als je hond onderkoeld is, lijkt de best mogelijke oplossing natuurlijk de hond zo snel mogelijk weer opwarmen. Hier zitten echter wel wat haken en ogen aan, en zeker als de hond ernstige onderkoeling heeft, kan te snel of verkeerd opwarmen risico’s opleveren.
Wanneer je een ernstig onderkoelde hond te snel opwarmt, kan het voorkomen dat de bloedvaten in het lichaam van de hond zich plotseling verwijden en voor een nog lagere bloeddruk zorgen.
Als ook de bloedvaten in de huid en in de poten zich verwijden, zal een belangrijke hoeveelheid bloed onttrokken worden aan de kern van het lichaam, en in plaats daarvan naar de poten vloeien.
Het koude bloed uit de poten stroomt terug naar het hart, en nieuw bloed koelt weer af in de poten, waarna het de kern van het lichaam juist nog verder afkoelt.
Als dit allemaal gebeurt in het lichaam van de hond, kan de hond hierdoor in shock raken. Het is daarom belangrijk om een hond die erg onderkoeld is zo snel mogelijk naar een dierenarts te brengen.
Deze kan alle vitale signalen goed in de gaten houden, en zal waarschijnlijk vocht via een infuus toedienen om shock te voorkomen.
Wanneer je de hond probeert op te warmen, is het dus belangrijk dat je dit langzaam doet. Zet je hond bijvoorbeeld niet onder een warme douche. Warm de buik, borst en romp van de hond op, maar niet de poten, oren en staart.
Als je thuis bent, kan je een deken opwarmen in de droger en deze om de hond heen wikkelen. En warme kruik tegen de buik of borst kan ook.
Bel de dierenarts voor informatie als je de hond er niet direct heen kan brengen.
Voor noodgevallen is het altijd handig om een warme fleecedeken in de auto te hebben. Een nooddeken of reddingsdeken, is een nog betere optie. Deze reflecteert de warmte van het hondenlichaam, zodat het warmteverlies minimaal wordt, en de hond langzaam weer op kan warmen.