Canine influenza (CIV), beter bekend als hondengriep, is een besmettelijke infectie van de luchtwegen. Deze ziekte wordt veroorzaakt door drie specifieke type A-influenzavirussen die honden kunnen infecteren, maar een klein aantal kan worden overgedragen tussen honden en katten. Er zijn nooit overdrachten van infecties tussen honden en mensen gemeld.
H3N2-virus verschilt van seizoensgriep H32 die mensen treft, omdat er geen overdracht tussen soorten kan plaatsvinden; beide virussen verspreiden zich echter via de lucht en tasten de luchtwegen aan. H3N2 is eigenlijk een vogelvirus. Het vermogen om honden te infecteren kwam voort uit een mutatie van het oorspronkelijke virus.
H3N8 werd meer dan 40 jaar geleden erkend als een paardengriep, maar veranderde later en kon honden infecteren. Deze stam van het Type A-virus wordt als ernstiger beschouwd, maar het verschil in ernst is minimaal en de ernst van de symptomen hangt af van de individuele hond. (Crawford et al, 2005)
H1N1 (ook wel varkensgriep genoemd) is het meest recent ontdekte en zeldzaamste virus bij honden. Honden kunnen het H1N1 virus van hun baasje krijgen. Hoe vaak dit voorkomt is niet helemaal duidelijk, maar het is niet ondenkbaar dat honden vaker besmet worden met virussen door hun baasjes zonder dat we dit weten.
Hondengriep wordt gekenmerkt door een hoge morbiditeit (bijna 100%) maar een lage mortaliteit (ongeveer 8%). (Lopez, 2017) Meer dan 80% van alle honden die besmet zijn met een hondengriep-virus vertonen matige tot ernstige symptomen van de infectie. In 20% van de gevallen is de infectie mild of asymptomatisch, wat betekent dat er geen symptomen zijn.
TOP TIP
Als je hond vaak ziek is, of bijvoorbeeld een verzwakt immuunsysteem heeft door ouderdom, een ziekte of een operatie, is het een goed idee om het immuunsysteem te ondersteunen met behulp van een supplement. Het immuunbooster supplement van Kivo bijvoorbeeld, zit vol met anti-oxidanten en omega 3 vetzuren, en is het perfecte supplement voor honden die wel een boost kunnen gebruiken.
Wat zijn de oorzaken van hondeninfluenza?
Zoals eerder vermeld, zijn er drie stammen van het type A-influenzavirus die verantwoordelijk zijn voor hondeninfluenza; H1N1, H3N2 en H3N8. Alle stammen verspreiden zich in de lucht via niezen en hoesten, en tasten het ademhalingssysteem aan.
Hoewel de stammen verschillende soorten dieren kunnen infecteren, zijn ze relatief nieuw als hondenvirus. H3N8 werd voor het eerst ontdekt bij Greyhounds in 2004. In september 2005 werd deze stam door experts beschouwd als een hondspecifiek virus. H3N8 verspreidt zich gemakkelijk in nauwe ruimtes zoals kennels, opvangcentra en pensions.
H3N2 is ontstaan bij vogels, maar werd in 2007 voor het eerst ontdekt bij honden in Zuid-Korea. Verdere rapporten vonden besmettingen in Thailand, China en Canada. Het werd pas in 2015 in de VS gedetecteerd, maar is nu in meer dan 30 staten gemeld.
Hoe wordt hondeninfluenza overgedragen?
De overdracht van hondeninfluenza vindt plaats via de lucht. Het virus bevindt zich in het speeksel en de slijmvliezen, en als de hond niest of hoest komt het in de lucht terecht. Elke hond is vatbaar voor het virus, omdat honden weinig tot geen natuurlijke afweer tegen de ziekte hebben.
Het virus wordt ook overgedragen via besmette oppervlakken. Je kunt daarbij denken aan bijvoorbeeld water- en voerbakken, manden en dekens, halsbanden en lijnen en speelgoed. Het virus kan ook door mensen op hun kleding en handen worden verspreid en andere honden infecteren als ze hiermee in contact komen.
Het infectiepercentage is het hoogst in kennels en opvangcentra, vooral als er niet-gevaccineerde honden zijn. Het virus kan ongeveer 12 uur op de huid overleven, op kleding en andere stoffen 24 uur en op harde oppervlakken tot 48 uur.
De incubatietijd (de tijd tussen infectie en symptomen) is tussen de 2 en 3 dagen (Dubovi, 2010), hoewel sommige honden asymptomatisch kunnen zijn. Dit betekent dat ze het virus kunnen dragen en verspreiden naar andere honden, maar geen ziektesymptomen ervaren. Een besmette hond kan het virus tot 20 dagen blijven verspreiden.
Aangezien hondengriep een relatief nieuwe ziekte is voor honden, zal de meerderheid na besmetting enige mate van ziekte ervaren. De meeste zullen milde griepachtige symptomen vertonen, maar een klein aantal honden kan ernstigere complicaties ervaren.
Kan hondengriep zich van hond op mens verspreiden?
Volgens de Amerikaanse gezondheidsbeschermingsinstantie – Centers for Disease Control and Prevention – vormen de huidige stammen van Canine Influenza geen bedreiging voor de mens. Tot op heden is er geen geval van verspreiding van hondeninfluenza van hond op mens geregistreerd.
Daarom wordt Canine Influenza door CDC en WHO beschouwd als een lage bedreiging voor mensen. Vanwege het type en het vermogen om te muteren is het echter altijd mogelijk dat Canine Influenza een serieuzer virus kan worden als het verandert in een nieuwe, meer gevaarlijke stam.
Wat zijn de symptomen van hondeninfluenza?
De symptomen van hondeninfluenza zijn vrijwel identiek aan de menselijke griepstammen. De meeste honden zullen milde symptomen ervaren zoals:
- Hoesten
- Niezen
- Snot
- Oogafscheiding
- Algemene vermoeidheid
- Lethargie
- Verminderde eetlust
- Anorexia
In sommige gevallen kunnen honden ernstigere symptomen ontwikkelen, waaronder:
- Koorts
- Ademhalingsproblemen
- Longontsteking
- Instorten
De ontwikkeling van ernstige complicaties vereist onmiddellijke veterinaire interventie. Longontsteking is de meest voorkomende complicatie van Canine Influenza bij gevallen die we als ‘ernstig’ beschouwen.
In de meeste gevallen wordt longontsteking niet veroorzaakt door een Canine Influenza-virus, maar door een secundaire bacteriële infectie die gedijt als gevolg van een aangetast immuunsysteem en een aangetaste longafweer. (Dubovi, 2010)
Hoe wordt hondengriep gediagnosticeerd?
Het diagnosticeren van Canine Influenza kan moeilijk zijn, omdat de klinische symptomen vergelijkbaar zijn met die van veel andere aandoeningen van de luchtwegen.
De klinische symptomen van kennelhoest zijn bijna identiek, alleen de hoest is anders. Honden met kennelhoest hebben een droge hoest, terwijl mensen die aan griep lijden een natte hoest zullen ervaren.
Wanneer een dierenarts Canine Influenza vermoedt, wordt meestal een bloedmonster genomen. De dierenarts kan met een bloedtest ook zoeken naar antilichamen in het bloed, veranderingen in het aantal bloedcellen en andere moleculaire indicatoren van een virale infectie.
Dierenartsen kunnen ook aanvullende tests uitvoeren, zoals röntgenfoto’s van de borstkas om de longen te controleren. Doorgaans is de behandeling in de eerste paar dagen gericht op het beheersen van de symptomen totdat een diagnose is gesteld.
Worden honden met hondengriep weer beter?
De prognose voor honden met Canine Influenza is over het algemeen goed. Slechts in zeldzame gevallen zullen honden aan het virus overlijden en er zijn veel verzachtende factoren.
Een verder fitte en gezonde hond zou binnen een paar weken na behandeling volledig moeten herstellen. Puppy’s en oudere honden kunnen ernstigere complicaties ervaren of ze kunnen gedurende een langere periode milde symptomen ervaren.
Hondengriep kan dodelijk zijn bij honden met onderliggende medische aandoeningen, vooral als ze een verzwakt immuunsysteem hebben. Je kunt dan denken aan oude honden, honden die net een operatie ondergaan hebben, of honden die al ziek zijn.
De progressie van Canine influenza

Wat is de behandeling voor hondengriep?
In veel gevallen is geen behandeling nodig voor hondeninfluenza, omdat de symptomen mild zijn en binnen een paar dagen verdwijnen. Honden waarbij de symptomen langer aanhouden, moeten voor behandeling naar een dierenarts, die ondersteunende behandelingen kan voorschrijven, zoals antibiotica, een verandering in dieet en vloeistoffen om uitdroging te voorkomen.
Antibiotica hebben geen enkel effect op het virus zelf, maar kan wel helpen voorkomen dat secundaire infecties optreden terwijl het immuunsysteem van de hond verzwakt is.
Hoestonderdrukkers kunnen ook voorgeschreven worden als de hond een continue hoest heeft die geen tekenen van verbetering vertoont. Het is gebruikelijk dat het hoesten tot 2 weken na het begin van de behandeling aanhoudt.
Longontsteking – een ontsteking van de longen – is een mogelijkheid bij Canine Influenza en dit moet als een noodgeval worden behandeld. Symptomen van longontsteking zijn onder meer:
- Verhoogde ademhalingsfrequentie
- Aanhoudende hoest
- Kortademigheid
- Piepende ademhaling
- Lethargie
- Weigeren om te bewegen
- Vermijden van voedsel
- Bloed in het speeksel/bij hoesten
- Afscheiding uit de ogen en neus
- Koorts
- Bleke of blauwe slijmvliezen en huid
Longontsteking wordt behandeld met een antibioticakuur, en vocht- en zuurstofondersteuning om de ademhalingsmoeilijkheden te bestrijden. Sommige honden kunnen deze behandeling een week of langer nodig hebben voordat ze gezond genoeg zijn om naar huis te kunnen.
Slechts in zeldzame gevallen overlijden honden aan Canine Influenza, maar het is belangrijk om te vermelden dat het een mogelijkheid is.
Hoe voorkom je griep bij honden?
Bij mensen kun je de blootstelling aan ziekten minimaliseren door handen te wassen en uit de buurt van geïnfecteerde mensen te blijven. Hetzelfde geldt bij het voorkomen van overdracht van Canine Influenza bij honden.
In Amerika zijn vaccins beschikbaar voor de twee meest voorkomende Canine Influenza stammen, maar in Nederland zijn deze niet beschikbaar en ook (nog) niet nodig. Hondengriep komt in Nederland een stuk minder vaak voor.
Afgezien van vaccinatie, is afstand houden de meest effectieve vorm van preventie van de verspreiding van hondeninfluenza. Honden mogen geen interactie hebben met andere honden die symptomen vertonen zoals hoesten, niezen of afscheiding uit de ogen of neus.
Eigenaren moeten een hoog niveau van persoonlijke hygiëne handhaven, inclusief het wassen van de handen met zeep, het regelmatig wassen van kleding en hondenmanden op een hoge temperatuur en het schoonmaken van alle oppervlakken zoals vloeren, muren, voer- en waterbakken.
Honden met symptomen van Canine Influenza moeten gedurende 10 dagen gescheiden worden van andere honden, vanaf de laatste dag dat de symptomen aanwezig zijn. Dit zorgt ervoor dat de hond het virus niet kan verspreiden naar andere honden.
In Nederland wordt zelden getest welk virus je hond opgelopen heeft. Meestal hoeft de hond niet naar de dierenarts, en als dit wel zo is worden vaak voornamelijk symptomen behandeld tot het immuunsysteem van de hond het virus opgeruimd heeft.
Blijf daarom altijd uit de buurt van andere honden als je hond ziek is. Laat je hond niet uit op een plek waar veel honden samenkomen zoals een losloopgebied of hondenpark. Breng je hond ook even niet naar een pension of uitlaatservice.
Is hondeninfluenza dodelijk?
Over het algemeen is hondeninfluenza niet dodelijk. Sommige honden overlijden echter toch door hondengriep. Dit gebeurt het vaakst bij honden met een verzwakt immuunsysteem, puppy’s en honden die geen behandeling krijgen als de symptomen verergeren.
In gevallen waar dodelijke slachtoffers vallen, is dit meestal te wijten aan secundaire aandoeningen die veroorzaakt zijn door het virus, zoals een bacteriële infectie.
Wat is het sterftecijfer van Canine Influenza?
Geschat wordt dat ongeveer 1% van de gevallen van hondeninfluenza fataal is in de algemene hondenpopulatie. Racehonden zoals Greyhounds lopen een groter risico om door de infectie te overlijden. Het sterftecijfer bij windhonden als gevolg van hondeninfluenza wordt geschat op ongeveer 5%. (Lopez, 2017)